Science of Softness

Ieder volk heeft historisch zijn eigen gevechtskunst ontwikkeld. Door het tijdverloop kan dit ofwel verloren gegaan zijn, ofwel geevolueerd naar rituelen of naar modernere gevechtstechnieken.

Jiu-Jitsu, de Science of Softness, zijn oorspronkelijke Chinese gevechtstechnieken uitgewerkt door de Bushi tijdens de Kamakura periode (1185 - 1333) in Japan. Het moest een ontwapende strijder toelaten zich te verdedigen tegen gewapende tegenstanders. Deze kunst ontwikkelde zich uit oude Yawara of Kumi-tachi technieken zoals die beschreven zijn in een oud Boedistisch werk uit de 13de eeuw.

Een van de oudst bekende scholen is de Tenshin Shoden Katori Shinto Ryu, die de principes van Zen toepasten op het zwaardvechten. Ze gebruikten ook de staf, de naginata, Iai-do, etc. In die tijd was ook de Kashima Shinto Ryu bekend.

Door de eeuwen heen ontwikkelden zich uit de Yawara stijl verschillende scholen, zoals Wa-jutsu, Yawara, Kogusoku, Kempo en Hakuda.

De oorspronkelijk eenvoudige Shaolintechnieken werden verder uitgewerkt en versmolten met de plaatselijke gevechtstechnieken, zoals die gebruikt door boeren uit Okinawa. Deze gewijzigde technieken werden terug geexporteerd naar china rond 1638 door de Chinese dichter en diplomaat Chen Yuanbin toen hij naar zijn geboorteland terugkeerde.

Ju-Jitsu werd pas een gevechtskunst tijdens de Edo periode tussen de 16de en de 17de eeuw toen er vrede heerste in Japan. Volgens de traditie richtte in 1732 Akiyama Sinobu, een dokter uit Nagasaki de Yoshin-ryu op, wat letterlijk betekent Pit Van Een Wilg School. Hij had China bezocht en had daar het vechten met de blote hand bestudeerd. Bij zijn terugkeer naar Japan stak hij een 300 Ju-Jutsu bewegingen samen gebaseerd op het principe van Meegeven aan Kracht, zoals de tak van de wilg meegeeft aan de druk van de opgestapelde sneeuw en zo niet breekt. Een ander versie schrijft het begin van de stijl toe aan een andere arts uit Nagasaki, Miura Yoshin, maar vermoedelijk gaat het hier om een en dezelfde man.

Ontelbare scholen werden opgericht door Ronin of meesterloze Samurai.  Zij werden pas gewettigd tijdens de Meiji periode (1868 - 1912). In die periode werd het Kaste-systeem opgeheven, kregen de Samurai verbod om zwaarden te dragen en werden de moordende vetes tussen verscheidene families verboden.

De oorspronkelijke Jitsu-kunst spitste zich vooral toe op gevaarlijke en vaak dodelijke technieken om de vijand uit te schakelen. Jiu-Jitsu werd eerst beoefend door de Samurai. Later door de Ninja. Deze laatste werden geronseld uit de lagere kastes en getraind in speciale aanvalstechnieken. Ze werden vooral gehuurd voor spionage en moorden. Zij waren vooral actief in het begin van de 15de eeuw. Na de tweede wereldoorlog door de plotse stijgende interesse voor de oosterse, miraculeuze gevechtsporten werd in het Westen het Ninjitsu geintroduceerd. De focus lag hier echter niet meer op de dodelijke technieken, maar eerder op ongewapend vechten, zwaardvechten en verschillende overlevingtechnieken. Rond 1980 werden ook vrij veel nepscholen opgericht die vooral financieel wilden profiteren van de plotse interesse voor karate en kung-fu, maar door de snel dalende populariteit van Ninjitsu verdwenen die vrij snel.

Ju-Jutsu verspreidde zich later ook meer naar de rest van de bevolking waar het vooral werd gebruikt als een offensieve techniek door bandieten. Hier is de negatieve reputatie van Ju-Jutsu ontstaan die het tot nu toe nooit meer is kwijt geraakt. Dit is ook een van de redenen waarom Kano Jigoro zijn uit Jiu-Jitsu ontwikkelde sport Judo noemde, om ze te onderscheiden van het toen zo beruchte Ju-Jutsu.

Rond 1882, de officiele datum van de oprichting van de Kodokan, werd enkel Jiu-Jitsu erkend en onderricht in ontelbare Ryu in Japan en elders in de wereld. Zelfs nu nog is de invloed van Jiu-Jitsu goed merkbaar in sommige Close Combat technieken gebruikt in leger- en politie-eenheden over de ganse wereld.

Jiu-Jitsu is nu grotendeels onttroond door Judo, Karate en Aikido en wordt zelden beschouwd als een sport, maar eerder als een systeem van echte gevechtstechnieken. Hier en daar, maar vooral in het Westen worden sportwedstrijden gehouden met specifieke regels en scoremethodes, waardoor geleidelijk een herwaardering op gang komt .